Longworm in Flevoland

Longworm (Angiostrongylus vasorum) in Flevoland
Inleiding
In het recente verleden zijn er een aantal meldingen geweest in Nederland van honden (en katten) besmet met longworm. Voorheen gebeurde dat alleen met dieren die in het buitenland geweest waren, maar de laatste jaren zijn er ook gevallen bekend, waarbij de dieren nooit buiten Nederland geweest zijn. De indruk bestaat dat het gaat om een aantal haarden in Nederland, maar ook dat die gebieden zich uitbreiden.
Een van de haarden voor longworm bij honden is in de omgeving van Lelystad. We hebben dan ook een aantal honden gehad in de afgelopen jaren waar we het vermoeden van hebben dat ze longworm gehad hebben en onlangs is er een hond doorgestuurd naar de Universiteits-kliniek in Utrecht, waar de besmetting is vast gesteld.
Hoe komt mijn dier er aan?
De volwassen wormen leven in de bloedvaten van de hond. De larfjes, die uit de eitjes komen kruipen door de wand van de bloedvaten en komen in de longen terecht. De gastheer hoest de larfjes op en slikt ze door en met de ontlasting komen de larfjes in de omgeving terecht. Deze worden op hun beurt opgegeten door slakken (met en zonder huisje). In de slakken ontwikkelen de larven zich verder en kunnen dan op hun beurt weer honden besmetten. Die besmetting kan plaatsvinden via de voerbak of waterbak, het gras en natuurlijk ook als de slakken rechtstreeks opgegeten worden.
Hoe weet ik of mijn hond besmet is?
Veel dieren vertonen, zeker in eerste instantie geen symptomen. Als de besmetting zwaar wordt zijn de dieren vaak benauwd en hoesten ze. Maar niet alle honden hoesten of zijn benauwd en ook andere problemen kunnen optreden: verstoorde stolling van het bloed, bloedarmoede en zelfs hersenverschijnselen.
Als u met uw dier bij de dierenarts komt zal niet altijd de diagnose meteen gesteld kunnen worden. Maar als er aanwijzingen zijn, kan de besmetting aangetoond worden met onderzoek van de ontlasting. Die kan opgestuurd worden (vaak dan een verzamelmonster van drie dagen), maar er is ook een sneltest die meteen op de praktijk gedaan kan worden.
Kan mijn hond mijn andere dieren besmetten?
De besmetting gaat altijd via slakken en kan niet rechtstreeks doorgegeven worden. Wel is het logisch dat de honden in een huishouden met een besmette hond net zo veel risico lopen besmet te raken en daarom ook behandeld moeten worden. Ook kunnen besmette honden de longworm niet aan ons doorgeven.
Hoe kan mijn hond behandeld worden?
Het doel is de volwassen wormen dood te maken. Er zijn verschillende middelen beschikbaar voor dat doel. Honden met een ernstige infectie moeten extra in de gaten gehouden worden, zeker in het begin van de infectie, omdat als de wormen in een keer allemaal dood gemaakt worden, er een heftige allergische reactie op kan treden. Bestrijding van de wormen wordt vaak gecombineerd met preventie van zo’n allergische reactie. Ernstig zieke dieren moeten soms zelfs worden opgenomen voor specialistische zorg.
Ver uit de meeste honden genezen helemaal.
Hoe voorkom ik besmetting?
Minder contact met slakken voorkomt besmetting, maar kan zeker in een landelijk gebied onmogelijk blijken. Het 4 x per jaar ontwormen tegen maag-darm-wormen, is niet voldoende om een longworminfectie te voorkomen, en ook niet alle ontwormingsmiddelen zijn er voor geschikt. Maandelijkse behandeling met een middel dat ook longwormen bestrijdt voorkomt dat de volwassen wormen zich gaan nestelen in de bloedvaten. Vraag hiervoor advies aan uw dierenarts.